maandag 30 juli 2018

27 juli

We zijn alweer op tijd uit de veren voor het ontbijt in het Alpenhof. Vandaag volgt er opnieuw een zware, maar een mooie dag. We gaan immers Yosemite National Park bezoeken, tenminste, als het lukt. Bosbranden hebben onze planning een beetje in de war gestuurd. Het internet is ondertussen uitgevallen en we vragen informatie aan de balie. Daar krijgen we te horen dat we Yosemite wel kunnen bezoeken, maar niet naar de Village kunnen. Er gaat slechts één uitgang zijn.

We gaan dus een paar dingen missen, maar op zich is het niet zo erg. We gaan waarschijnlijk nog genoeg kunnen zien. Na het inslaan van wat voorraad (eten en drinken) gaan we op weg naar de Tioga Pass, de ingang van het Yosemite National Park.

Na een klein uurtje bereiken we de pas, die op dik 3000m hoogte ligt. We worden nogmaals op de hoogte gebracht van de delen die zijn afgesloten. We zijn wel blij verrast als blijkt dat we toch ook nog sequoia’s kunnen zien.

In het eerste deel van het park stoppen we regelmatig om wat foto’s te nemen. Als we dichter bij de Village komen, wordt de lucht grijzer en grijzer. Als we bij ‘Olmsted Point’ komen, een uitzichtpunt waar we de ‘Half Dome’ zouden moeten zien, is de smog zo dik dat we helemaal niks kunnen opmerken. Dan maar ineens verder naar Tuolumne Grove, voor een wandeling naar de sequoia’s.








Vanaf de parking is het dik 2 km wandelen naar de dikke bomen, en in eerste instantie gaat iedereen mee. Wanneer halverwege blijkt dat het toch wel erg steil naar beneden gaat, en we straks nog terug moeten, haken Frieda en Luc af. We gaan dus met zijn 7 verder om de machtige sequoia’s te aanschouwen.










Als we op het punt staan om terug te keren, kan Wendy een woodpecker op haar iPhone vastleggen. We blijven nog een tijdje hangen, maar het zeldzame beestje laat zich niet meer zien.


Ondertussen is Tanja al eerder op haar tempo alleen naar boven getrokken, en zij heeft nog meer geluk. Zij kan (ondertussen in het gezelschap van Luc en Frieda) 3 beren spotten, die naast de weg in het grasveld aan het spelen zijn.


Rond een uur of 4 gaan we op weg naar het hotel, dat in Chowchilla is gelegen. Onze GPS geeft aan dat we daar nog dik anderhalf uur moeten over doen. Onderweg stoten we echter op wegen die zijn afgesloten door de bosbranden, en we doen er liefst 3u over om het hotel te bereiken.



‘s Avonds gaan we nog lekker eten in een nabijgelegen restaurant, maar verder is er in het stadje niks te beleven. We gaan dus na een lange reisdag vroeg onder de wol. Morgen wacht alweer een stevige rit.


26 juli

Om 8u30 zit iedereen mooi aan het ontbijt in het New York New York hotel in Las Vegas. Het is een simpel maar lekker Amerikaans ontbijt. Even later checken we uit en gaan we op weg voor de langste rit van onze reis. We hebben namelijk zo’n 560 km voor de boeg.

Onze eerste stop is Death Valley, en volgens onze GPS is dat zo’n 150 km verder gelegen. We gebruiken Maps.me als offline GPS, en dat werkt best goed, maar soms zijn er wat rare dingen mee. En ook nu hebben we er iets raars mee. We selecteren Death Valley National Park, maar er staat ook nog Devil’s Hole bij. Als we daar aankomen, blijkt Devil’s Hole nog zo’n 10 km van de weg te liggen, over een onverharde pad. Onze interesse is echter gewekt, en we willen het wel eens zien.

Het is echter verloren tijd, want er is niks te zien. Luc N wandelt nog naar boven, maar er is gewoon een gat te zien, meer niet. En zeker geen duivels :-)




We vervolgen onze weg naar Death Valley en stappen uit bij Zabriskie Point, waar we boven wat foto’s gaan nemen. Ondertussen zijn de temperaturen de 50°C gepasseerd.





Na Zabriskie Point gaan we verder naar het Visitor Center, waar we wat drank inslaan. Ondertussen is de temperatuur gestegen tot 128°F (meer dan 53°).



We zitten ondertussen onder de zeespiegel, en om uit Death Valley te geraken, moeten we stijgen naar zo’n 1500m. Onderweg worden we gewaarschuwd om onze airco af te zetten, en na een tijdje doen we dat ook, omdat de motor warm begint te lopen. Dirk en Luc in de andere auto doen dit niet en ze raken boven, net voor de motor volledig in het rood gaat. We nemen dan maar een korte pitstop om de wagens wat te laten afkoelen, en ook om onszelf wat te laten verkoelen. Zonder airco begon het vrij heet te worden in de wagen.







We hebben nog een redelijke weg af te leggen, maar die verloopt vrij vlot, en tegen een uur of half 8 bereiken we Mammoth Lakes, waar we inchecken in het prachtige Alpenhof. Na het inchecken begeven we ons dadelijk naar de pub onder het hotelletje, waar heel wat biertjes te verkrijgen zijn. Het is er best gezellig, maar er zit wel wat raar volk.


We eten daarna boven in het hotel, waar het wat duurder is, maar erg lekker. Daarna gaan we met een klein groepje nog iets drinken, de rest is moe en gaat slapen. 


Dit was een lange en vermoeiende, maar toch mooie dag in de USA.